In anesthesie wordt medicinale zuurstof gebruikt:
Tijdens een operatie om weefsel-oxygenatie op peil te houden.
Voor en na een operatie: de meeste patiënten die anesthesie ondergaan krijgen enkele minuten zuurstoftherapie toegediend, vóór de operatie in de anesthesieruimte, en na de operatie in de herstelruimte, totdat ze geheel bij bewustzijn zijn. Sommige patiënten hebben echter een langere periode van oxygenatie nodig voor een operatie, zoals degenen die al een respiratoire stoornis hadden, rokers, en patiënten die bepaalde ingrepen ondergaan zoals een abdominale of thoracale operatie. Deze patiënten, samen met bejaarde patiënten en degenen die medicatie krijgen die de ademhaling onderdrukt, kunnen ook baat hebben van een langer durende zuurstoftherapie in de herstelruimte en bij hun terugkeer op de afdeling. Dit vermindert het risico op hypoxie en de complicaties ervan.